daslist
Tot de 10de generatie.
Johan Willem Friso van Oranje Nassau, geboren op 4 augustus 1687, Dessau,, gestorven op 14 juli 1711, Strijsenas (leeftijd bij overlijden: 23 jaar oud) [Aantekening 1]
...
gehuwd op 26 april 1709, Kassel, met ...
...
Maria Louise (Marijke Meu) van Hessen Kassel, geboren op 7 februari 1688, Kassel, gestorven op 8 april 1765, Leeuwarden (leeftijd bij overlijden: 77 jaar oud) [Aantekening 2], hieruit :
Totaal : 64 personen, (echtgenoten weggelaten = 32)
Bij het overlijden van zijn vader in 1696 werd hij vorst van Nassau-Dietz en tot stadhouder benoemd van de gewesten Friesland en Groningen. Zijn moeder trad op als regentes tot 1707. Toen nam Johan Willem Friso de functie van stadhouder van Friesland daadwerkelijk op zich, en in 1708, toen hij meerderjarig werd tevens het stadhouderschap van Groningen.
Als enige erfgenaam van zijn achterneef stadhouder Willem III, die in 1702 overleed, erfde hij de titel Prins van Oranje. Echter, direct na het openvallen van het testament, maakten ook de Fransman Frans Lodewijk van Conti en Willems neef Frederik I van Pruisen aanspraak op de titel Prins van Oranje. In 1711 werd besloten de erfeniskwestie in Den Haag te bespreken.
Johan Willem Friso nam als generaal deel aan de Spaanse Successieoorlog. Bij de slag bij Malplaquet op 11 september 1709, ontstond een misverstand tussen hem en de Britse commandant, Marlborough. Hierdoor verloren vele duizenden Nederlanders het leven in deze bloedige veldslag. De slag werd toch beslist in het voordeel van de geallieerden. Op weg naar Den Haag i.v.m. een bespreking met zijn rivaal voor de titel, Frederik van Pruisen, over de erfenis verdronk de 23-jarige Johan Willem Friso op 14 juli 1711 bij de oversteek van Moerdijk naar Strijensas over het Hollandsch Diep. Kort daarna, op 1 september 1711, werd zijn zoon Willem IV van Oranje-Nassau geboren. Op 25 februari 1712, ruim 7 maanden na zijn dood, werd Johan Willem Friso begraven in de Grote of Jacobijnerkerk te Leeuwarden.
Omdat zij in Friesland heel populair was, werd zij muoi (het friese woord voor tante) genoemd.
Na het vroegtijdig overlijden van haar echtgenoot Johan Willem Friso, in 1711, nam zij tijdens de minderjarigheid van zijn postuum geboren zoon, Willem IV, het stadhouderschap van Friesland, Groningen en Drenthe waar (tot 1731). In 1730 liet zij voor zich zelf het buitenverblijf Marienburg bouwen. Zij bewoonde het Princessehof, een stadspaleis in 1731 aangekocht. Maria Louise had een belangrijke porseleincollectie. Tegenwoordig is in het Princessehof het nationaal keramiekmuseum gevestigd.
In 1734 trouwde haar zoon met Anna van Hannover, met wie zij niet goed overweg kon. In 1747 werd Willem IV van Oranje-Nassau ook stadhouder van de andere gewesten van de Republiek. Toen hij in 1751 overleed, was zijn zoon Willem V nog maar drie jaar oud. Marijke Meu nam het regentschap over van haar schoondochter, Anna van Hannover, die in 1759 overleed.
Willem Karel Hendrik Friso werd geboren in Leeuwarden als zoon van Johan Willem Friso van Nassau-Dietz en Maria Louise van Hessen-Kassel. De val van een paard, in 1717 in de tuin van Paleis Soestdijk, de zomerresidentie, deed even voor zijn leven vrezen. Willem IV kreeg meer dan de gebruikelijke opvoeding van adellijke kinderen. De prins studeerde aan de Universiteit van Franeker en aan de Universiteit Utrecht. Willem IV sprak diverse talen (waaronder Fries) en was geïnteresseerd in geschiedenis; ook in de fouten van zijn voorgeslacht, zoals hij zijn hoogleraar meldde.
Zijn benoeming had veel voeten in de aarde: er waren kapers op de kust, en daarbij zijn de bronnen niet eensluidend; iedere auteur beweert wat anders.[2][3][4] Aangenomen kan worden dat hij in november 1722 in Gelderland werd benoemd, maar voorlopig had hij daar alleen de titel en de toelage.[5] In 1726 werd hem een plaats in de Raad van State geweigerd door de niet-stadhouderlijke provincies. De ontvangst van de prins drie jaar later in Den Haag was uitgesproken koel. Drenthe en Groningen zouden hem daarentegen in 1729 en Friesland in 1731 tot stadhouder benoemd hebben.[6] Vanaf die tijd was hij in feite de hoogste ambtenaar van deze gewesten.
Van Willem V wordt gezegd dat hij een goed geheugen had, filosofisch en goed van aard was, echter ook besluiteloos, legalistisch en detaillistisch. Hij was een stevige drinker, liep mank en miste waarschijnlijk twee voortanden, nadat hij in zijn jeugd van zijn paard was gevallen. Hij raakte diep in de problemen door zijn halsstarrigheid tijdens de patriottentijd. In februari 1793 verklaarde de revolutionaire regering in Parijs hem de oorlog. In januari 1795 ging hij in ballingschap. Hij beval de koloniale bestuurders zich over te geven aan de Britten, waarna militaire bezetting volgde. In 1801 deed hij afstand van al zijn rechten als erfstadhouder.
Willem I Frederik, geboren als Willem Frederik Prins van Oranje-Nassau (Den Haag, 24 augustus 1772 – Berlijn, 12 december 1843) was de eerste koning van Nederland uit het huis Oranje-Nassau.
Op 30 november 1813 zette Willem na achttien jaar weer voet op Nederlandse bodem. In Londen was hij per brief uitgenodigd als "soeverein vorst" de regering op zich te nemen. De brief was afkomstig van het Driemanschap van 1813, de Haagse notabelen Gijsbert Karel van Hogendorp, Frans Adam van der Duyn van Maasdam en Leopold van Limburg Stirum. Willem aanvaardde hun uitnodiging en het Engelse fregat The Warrior bracht hem naar de kust van Scheveningen. Met een boerenwagen werd hij vervolgens naar het strand gereden. Een van de eerste dingen die hij in Nederland deed, was een proclamatie uitvaardigen, waarin hij aankondigde: "Ons gemeene Vaderland is gered: De oude tyden zullen weldra herleeven." Van Hogendorp werd eerst samen met Van der Duyn tot graaf verheven, maar overigens na verloop van tijd door de koning ontslagen wegens zijn voortdurende kritiek op de gang van zaken. Op 1 december werd Willem tot soeverein vorst uitgeroepen, wat op 2 december door hem werd aanvaard
Na de nederlaag van Napoleon in de Slag bij Leipzig in 1813 werd hij ingehuldigd als 'Soeverein Vorst' der Verenigde Nederlanden. Op 16 maart 1815 riep hij zichzelf uit tot koning der Verenigde Nederlanden en Hertog van Luxemburg. In hetzelfde jaar werd op het Congres van Wenen door de Europese mogenheden besloten om het hertogdom Luxemburg te promoveren tot groothertogdom, Willem I te erkennen als eerste Groothertog en werd de koningstitel en de titel van Hertog van Limburg bevestigd. Hiermee was de kersverse Nederlandse monarchie binnen Europa formeel erkend en fungeerde als buffer voor zowel Frankrijk als Engeland. Na de troonsafstand in 1840 noemde Willem I zichzelf koning Willem Frederik, graaf van Nassau.
In Duitsland was Willem I van 1803 tot 1806 "Fürst" (vorst) van het Vorstendom Nassau-Oranje-Fulda. In 1806 en in de periode 1813-1815 was hij tevens vorst van het Vorstendom Nassau-Oranje.
Willem (roepnaam "Guillot") werd geboren in Den Haag als zoon van de latere koning Willem I en van Wilhelmina van Pruisen. Hij kreeg een jongere broer: Frederik (1797-1881), en twee jongere zusjes: Paulina (1800-1806) en Marianne (1810-1883). Na de vlucht in 1795 van zijn grootvader stadhouder Willem V en de uitroeping van de Bataafse Republiek trokken zijn ouders met hun driejarige zoon eerst naar Engeland en daarna naar Duitsland.
Zijn jeugd bracht Willem door aan het hof van de koning van Pruisen waar hij een militaire opleiding kreeg en diende in het Pruisische leger. In Spanje diende hij onder Wellington in het Engelse leger. In 1813 keerde hij met zijn vader terug naar Nederland. In 1815 werd hij troonopvolger. Hij nam als Engels generaal deel aan de Slag bij Waterloo, waaruit hij gewond aan zijn schouder, en in de ogen van sommigen zelfs als de "held van Quatre-Bras en Waterloo", terugkwam.
Koning Willem III is overleden op 23 november 1890. Hij had een bewogen leven achter de rug en dat begon al met de verhouding ten opzichte van zijn vader, die hem zo veel mogelijk buiten staatszaken hield als gevolg waarvan zij dus op voet van oorlog leefden. Toen de grondwetswijziging van Thorbecke in 1848 werd doorgevoerd, weigerde hij nog langer koning te worden. Maar dat gebeurde in 1849 toch, nadat zijn vader op mysterieuze wijze in het Loo te Apeldoorn of Tilburg was overleden. Zijn politieke duurde voort en zijn hogere roeping bestond er in het kabinet zoveel mogelijk te dwarsbomen, zo sterk, dat geruchten over een ophanden zijnde staatsgreep niet van de lucht waren. Maar spoedig keerde het tij vanwege zijn buitensporige levensstijl, met zeker 30 bastaardkinderen en syfilis als gevolg.
Vrij zeker is, dat vermeende erfgenamen des konings, de Pruisische familie Wied aspiraties op de Nederlandse troon hadden en hem via een prostituee aan zijn geslachtsziekte hebben geholpen. In adellijk Nederland was dat verhaal breed bekend geworden en was bovendien een vrij gebruikelijke methode om op slinkse manier tegenstanders uit de weg te ruimen, omdat er nog geen geneesmiddel tegen deze ziekte voorhanden was. Het huis Wied was nauw verwant aan het Nederlandse koningshuis. Na de dood van de zoons van koning Willem III maakten hun zoons (een kleine) kans op de Nederlandse troon, al stonden zij verder van de troon dan de nakomelingen van Willems zuster Sophie, die was gehuwd met groothertog Karel Alexander van Saksen-Weimar-Eisenach. Met de grondwetswijziging van 1922, die het recht op troonopvolging beperkte tot de nakomelingen van Wilhelmina, vervloog deze kans. Deze grondwetswijziging houdt alleen stand als onweerlegbaar bewezen kan worden dat Wilhelmina rechtmatig de troon heeft kunnen bestijgen, dus in rechte lijn dient af te stammen van koning Willem I.
In 1879 trouwde Willem III met de latere Koningin-Regentes Emma van Waldeck-Pyrmont. Op 31 augustus 1880 werd Wilhelmina geboren. Kroonprins Alexander was toen nog rechtmatig troonpretendent, maar heeft vast laten leggen dat Wilhelmina in geen geval een dochter van zijn vader kon zijn. Hij heeft haar nooit bezocht en zal haar derhalve nimmer in zijn testament hebben opgenomen. We zullen hier later op terug komen. In 1884 werd dus Wilhelmina vermoedelijke troonopvolger van koning Willem III.
Prins Willem en zijn vader koning Willem III waren ernstig gebrouilleerd, hetgeen uiteindelijk eindigde in een zelfgekozen ballingschap nadat de koning en de koningin de huwelijksplannen van prins Willem met gravin Mathilde van Limburg Stirum hadden afgekeurd. De 33-jarige Willem wilde toch trouwen, desnoods zonder toestemming van zijn ouders. Mathilda, die nog geen twintig was, kreeg ook geen toestemming van haar ouders. Deze geschiedenis staat niet op zichzelf.
In een eerdere periode had hij een verhouding met Helena Francisca Jacoba Johanna Rietbergen, geb. Leiden 3-1-1841, die dienstbode was. Uit die verhouding is op 20 oktober 1864 Johannes Fransiscus Jansen geboren, Helena trouwde later met een mijnheer Jansen, met wie ze een dochter kreeg.
In 1870 is Willem in het geheim in Parijs getrouwd met Agatha Barones van Lynden, telg van een oud adellijk geslacht, waar we veel namen van terug vinden in bestuur en politiek. Omdat Willem ook voor dit huwelijk geen toestemming had gekregen, had hij een verzoek tot troonsafstand gedaan en te kennen gegeven met een jaargeld van 30.000,- gulden terug te trekken uit Nederland. Zijn vader en moeder wezen dit verzoek echter hoogst ontstemd af. Uit dit huwelijk is een kind geboren, welke na de gedwongen scheiding bij pleegouders in Amsterdam is onder gebracht. Hierop komen we later terug.
Gedurende de periode van de Pruisisch-Franse oorlog (1870-1871) was hij opperbevelhebber van het Nederlandse leger. Nederland was niet direct bij de oorlog betrokken maar mobiliseerde wel het leger, net als België, en zette de Nieuwe Hollandse Waterlinie gedeeltelijk onder water. Dat ging zo moeizaam en verliep zo chaotisch dat de Minister van Oorlog, Generaal van Mulken, moest aftreden.
Nadat zijn vrouw en dochter bij hem weg waren gehaald, raakt Wiwill volledig van het pad en heeft zijn frustraties weggefeest en – gedronken. Le Prince de Citron zou regelmatig de boulevardpers halen.
Op 11 juni 1879 stierf prins Willem, 38 jaar oud, naar verluid aan een combinatie van tyfus, een leveraandoening en uitputting, hetgeen verdacht veel leek op de aandoeningen waaraan vele Oranjes en vermeende Oranjes zijn bezweken: syfilis.
Zijn jongere broer Alexander volgde hem op als Prins van Oranje.
In de lente van 1850 kreeg Willem Frederik Maurits Alexander Hendrik Karel een hersenvliesontsteking. De hofarts Everhard verloor het vertrouwen van Koningin Sophia (1818-1877) na enkele diagnoses die volgens haar onjuist waren. Op 4 juni stierf de jonge Prins op paleis Noordeinde. De jonge Prins werd op 10 juni bijgezet in het familiegraf in de Nieuwe Kerk te Delft. De dood van de prins leidt tot een geweldige huwelijks crisis. Sophia vlucht naar Wurtemberg en eist een scheiding, dit wordt door vader niet geaccepteerd, volgens de overleveringen zou ze nog een zoon krijgen die de dynastie voort zou zetten. Haar oudste zoon Willem (Wiwill) wordt door zijn vader opgevoed = verpest. Om dit kind te kunnen krijgen keert ze terug naar Nederland. Prins Alexander wordt na een allerlaatste gemeenschap geboren in 1851. Sophia en Willem III scheidden van tafel en bed, waarbij zij de zorg krijgt over Alexander.
Alexander was de derde zoon uit het huwelijk van koning Willem III en Sophie van Württemberg. Vanaf het overlijden van zijn broer Willem op 11 juni 1879 tot aan zijn dood was Alexander de kroonprins.
Prins Alexander was van jongs af aan nerveus en ziekelijk. Alexander was gedisciplineerd, intellectueel en las veel. In de periode 1871-1874 studeerde hij aan de Rijksuniversiteit Leiden, zonder ergens in af te studeren. In 1876 installeerde zijn oudoom prins Frederik hem als lid van de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden. Hij volgde prins Frederik na diens dood op als Grootmeester.
Alexander bezocht zijn broer in Parijs wanneer hij op doorreis was naar Algiers. Hij deed van zich spreken door twee opmerkelijke brochures: “Nadere toelichting van mijnen brief van den 17en September 1879″ en “Een vermoedelijk slotwoord door Alexander, Prins der Nederlanden”.
Prins Alexander stierf ongehuwd en kinderloos op 32-jarige leeftijd op 21 juni 1884 aan tyfus. Hij werd een maand later, op 17 juli 1884 begraven, omdat de koning op vakantie was die hij niet van plan was voor zoiets onbenulligs als een begrafenis van zijn laatste zoon te onderbreken. De koning was vooral populair bij het “oranje grauw”, zoals dat toen heette.
Prinses Wilhelmina, die in 1880 was geboren, was nu “wettig” troonopvolgster geworden.
Nadat haar vader Henk tijdens het schaatsen in de Loosdrechtse plassen verdronk huwde haar moeder opnieuw met Peter Wisse Smit. Mable was toen 10 jaar. Mable Los heeft later haar achternaam laten veranderen in Wisse Smit wat in 1984 bij Koninklijk Besluit werd goedgekeurd.
Bun Historieal 2004/79
In verband met plotseling overlijden van de vader Carlos wer het huwelijk pas kerkelijk ingezegend op 20 november 2010 in de Abdij Ter Karmeren